Onlangs heb ik twee bijzonder leerzame coachingsgerelateerde opleidingen afgerond in het kader van mijn ontwikkeling als begeleider. Deze werden via de HAN aangeboden in het kader van professionele ontwikkeling van coaches, HRM-ers, managers, etc. Een van de cursussen, die vooral een academische oriëntatie had, ging met name in op het veranderen van waarneembaar gedrag, terwijl de andere meer inging op de onderstroom. In dit opzicht vulden zij elkaar prima aan. Wat is precies het verschil? Het veranderen van gedrag gaat uit van een strategie, terwijl het richten op de onderstroom vooral betekent dat men zich verbindt met emoties, waarden, opvattingen en andere ‘onzichtbare’ eigenschappen die vaak het gedrag bepalen. Bij jezelf en bij de ander.
Het verschil tussen een strategie hanteren om gedrag te veranderen en verbindend communiceren wordt duidelijker wanneer we kijken naar het toepassen van ‘geweldloze communicatie’, één van de centrale theorieën uit de cursus. Deze vorm van communicatie, waarvan Marshall Rosenberg grondlegger is, gaat ervan uit dat conflicten vooral ontstaan door een gebrekkige communicatie. In plaats van focussen op wat wij willen dat de ander doet, gaat Rosenberg ervan uit dat het mogelijk is om een situatie te scheppen waarin het uitdrukken van behoeftes centraal staan.
Voor Rosenberg is iedere boodschap – waaronder vormen van conflict en onbegrip – vooral een gebrekkige uitdrukking van een fundamentele behoefte. Hoewel iedereen grofweg dezelfde behoeftes heeft, al worden deze vaak op een obscure manier geuit (bijvoorbeeld in de vorm van een ‘nee’). Geweldloze communicatie wil niet zeggen dat mensen niet strategisch hoeven na te denken over hoe kan worden voldaan aan een bepaalde behoefte; het verschil met andere, meer ‘manipulatieve’ vormen van gedragsverandering is dat het verzoeken expliciet plaatsvindt: men verzoekt de ander namelijk om het gedrag te veranderen door concreet te omschrijven met welk gedrag de behoefte wordt bevredigd. Dit is echter de laatste fase in het proces.
Het geweldloze communicatieproces bestaat uit vier fasen: ten eerste een beschrijving van het geobserveerde gedrag dat niet bijdraagt aan mijn welzijn. Ten tweede een beschrijving van de gevoelens die dat bij mij oproept. Ten vierde een uitdrukking van mijn behoeftes en als laatste volgt een verzoek, dat beschrijft welke concrete handeling ervoor kan zorgen dat de ander deze behoefte kan vervullen. Het is daarbij belangrijk dat er geen evaluaties of diagnoses van (het gedrag van) de ander worden gesteld, dat oordelen achterwege blijven en dat het verzoek niet als ‘eis’ wordt geformuleerd. Met uitzondering van de eerste fase gaan de communicaties over jouw eigen behoeftes, niet zozeer over wat de ander doet. En toch, ervoor zorgen dat het gesprek ‘geweldloos’ blijft (misschien een ongelukkig gekozen term die daarom soms wordt vervangen door ‘verbindend’) is in de praktijk moeilijker dan gedacht, maar oefening baart kunst!
Het mooie van de cursus die ik heb gevolgd is dat het oefenen ook heeft laten zien hoe effectief het toepassen van deze principes is, als coach, als scriptiebegeleider en als mens. Het is zeker de moeite waard om jezelf hierin te verdiepen wanneer je effectiever wilt leren communiceren/coachen. Er zijn talloze trainers/workshops en boeken te vinden over geweldloze communicatie.
Voor het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van: Marshall B. Rosenberg (2012). Living Nonviolent Communication: Practical Tools to Connect and Communicate Skillfully in Every Situation. Boulder, Colorado: Sounds True.