Is creativiteit benodigd voor het schrijven van een scriptie?
De komende tijd volgen een aantal posts over de rol die creativiteit, intelligentie en andere factoren spelen bij het schrijven van een scriptie. Deze post gaat over creativiteit.
Om erachter te komen of creativiteit benodigd is voor het schrijven van een scriptie, is het noodzakelijk om eerst duidelijker te krijgen om wat voor soort begrip het gaat. Een scriptie schrijven komt neer op het maken of scheppen van iets nieuws dat daarvoor nog niet bestond. Vandaar dat wij ook een boterham ‘maken’, maar daarbij vaak niets nieuws scheppen of creëren. Maar het is wel degelijk mogelijk om iets nieuws te creëren zonder daarbij creatief te zijn, of om heel creatief te zijn zonder daarbij iets nieuws te maken. Creativiteit verwijst namelijk naar een eigenschap of toestand van een specifieke persoon, terwijl een creatie altijd een resultaat betreft.
Welke argumenten ondersteunen de stelling dat er weinig creativiteit benodigd is voor het schrijven van een scriptie? Creativiteit wordt vaak geïdentificeerd met het opdoen van ideeën die echter niet noodzakelijkerwijs leiden tot een concreet product: creëren bestaat uit het uitwerken van ideeën en dat neemt vaak veel tijd in beslag, waarbij er vaak hele kleine stappen worden genomen. Zo bestaat het schrijven van een scriptie niet uit grote leaps of the imagination, maar uit het maken van vele kleine denkstappen. Een voorbeeld daarvan is dat de vraagstelling van een onderzoek logisch volgt uit het scherp krijgen van de probleemstelling. Deze kan weer logisch worden afgeleid uit bepaalde observaties, of uit het vinden van een lacune in bestaande literatuur. Het zetten van dit soort logische, kleine stappen geldt zelfs voor kunstenaars, waarvan toch vaak wordt gedacht dat zij een soort goddelijke inspiratie opdoen.
Toch heeft men geen muze nodig om iets nieuws als een scriptie te creëren. Kevin Ashton laat in zijn How to Fly a Horse: The Secret History of Creation, Invention and Discovery dan ook mooi zien hoe zelfs een artiest als Kandinsky vaak een hele tijd werkt aan een schilderij dat op het eerste gezicht lijkt op een spontane uiting van creativiteit. Ashton maakt aannemelijk dat creëren niet verschilt niet van andere vormen van denken. Het gaat om het zetten van onconventionele, nieuwe stappen. Daarbij borduurt men voort op een gedachteproces dat vertrekt vanuit observaties, evaluatie en iteratie. Hiervoor zijn geen grote momenten van nieuw inzicht vereist.
Dit betekent ook dat het niet noodzakelijk is om de creativiteit extra te bevorderen om iets nieuws te scheppen. Zo gaan veel organisaties en onderwijsinstellingen er vanuit dat groepswerk of brainstormen de creativiteit bevordert. Bij brainstormen lijken associaties en verbeeldingskracht een grote rol te spelen, maar dit zegt natuurlijk weinig over de kwaliteit van de ideeën (en of deze daadwerkelijk verder kunnen worden uitgewerkt tot een creatie). Onderzoek lijkt uit te wijzen dat dit soort methodes minder goed werken, aldus Ashton: onderzoek toont aan dat individueel werk meer en kwalitatief betere ideeën oplevert dan het brainstormen. Groepen fixeren meestal op één idee en sommige deelnemers haken af omdat zij zich beperkt voelen in hun denken.
Wanneer wij Ashton mogen geloven, dan bestaat het creëren (en dus ook het schrijven van een scriptie) voor het grootste deel uit hard werken en is er maar weinig echte creativiteit voor nodig. Dit komt mede doordat iedere nieuwe innovatie is gebouwd op oudere concepten, methodes, data, principes, wetten, en modellen van duizenden voorgangers. De sociologie van de wetenschap heeft aangetoond hoezeer innovatieve onderzoekers afhankelijk zijn van voorgangers en van anderen die hun innovaties mogelijk maken. Eigenlijk wel een geruststellende gedachte!